Naar de navigatie

Ik ben hier niet thuis

Maria werd geboren in Nederland, maar woonde het grootste deel van haar leven in Frankrijk. Na een tweede keer in de gevangenis werd ze uitgezet naar Nederland. Voorlopig kan ze niet terug naar Frankrijk.

Toen ik vast kwam te zitten heb ik meteen de ambassade gebeld. Ze vroegen of ik ook contact met Bureau Buitenland wilde. Ik zei meteen ja. Ik kende Bureau Buitenland al, want ik zat eerder in de gevangenis. Ik wist dat ik uitgezet zou worden naar Nederland. Ik wist niet hoe dat werkte en had informatie nodig over Nederland. Ik kende Nederland helemaal niet. Ik ben er geboren, maar groeide op in Frankrijk.

Wennen aan Nederlands

Ik kreeg bezoek van een vrijwilliger, die kende ik al van de vorige keer. Het was fijn om bezoek te krijgen. Het was gezellig, de gesprekken waren ontspannen. Het was leuk dat er iemand van buiten kwam. Wel moest ik eraan wennen om weer Nederlands te praten. Maar het is gelukt.
Daarna werd ik overgeplaatst en bezochten andere vrijwilligers mij. Ik zat ver weg, kreeg daardoor geen bezoek van familie. Het was fijn om iemand anders te zien dan alleen maar bewakers. Het was ook lekker om een uurtje de cel uit te zijn. Even op een andere plek, samen met iemand anders.

Ik wist niet wat me te wachten stond met de uitzetting. Elke keer kwam er nieuwe informatie. Ik wilde Frankrijk niet verlaten. Tenslotte werd duidelijk dat ik echt geen keuze had, dat ik echt naar Nederland moest. Dat was nog behoorlijk ingewikkeld, ik had helemaal geen binding met Nederland.
Met de vrijwilliger sprak ik over mijn leven, binnen en buiten. Maar hij kon ook dingen voor me uitzoeken, daar heb ik veel aan gehad. Hij hielp bij het contact met de ambassade. Ik was al mijn papieren kwijt, ook mijn identiteitskaart. Ik had een nieuwe nodig. Gelukkig had Bureau Buitenland ook contact met de ambassade. Dat was wel handig.
Ook was het prettig dat de vrijwilliger een verslag maakte van het bezoek. Dat de ambassade op de hoogte was van de dingen die er binnen gebeurden, als het slecht met me ging en ik geïsoleerd zat. Dat was belangrijk voor me.

Uiteraard slecht weer

Ik ben vanuit isolatie meegenomen naar het vliegveld en onder begeleiding ben ik op Schiphol aangekomen. Midden in de winter, uiteraard met slecht weer. Dat was schrikken na zoveel jaren afgesloten te zijn geweest van de wereld. Ik was totaal verloren. Gelukkig is er nazorg van de gemeente want anders was het helemaal mis gegaan. Zeker weten. Ik ken helemaal niets in Nederland, hoe het werkt hier en zo. Het lukt me niet om te wennen. Ik heb veel problemen met schuifdeuren, draaideuren en roltrappen. Dingen waar ik niet meer aan gewend ben. Winkels zijn heel anders. Boodschappen doen is best moeilijk.

Ik ben nog steeds in contact met Frankrijk omdat ik daar mijn dossiers heb en alles. Mijn man woont daar. Eigenlijk heb ik een dubbelleven zolang ik in Nederland ben. Ik zit gelukkig op een boerderij waar het goed is. Ik hou van buiten werken en de dieren. Maar voorlopig kan ik niet terug, als ik ooit terug kan doe ik het direct.
Het gaat best wel goed. Maar Frankrijk is mijn thuis, ik ben hier niet thuis. Het is voor mij eigenlijk een vreemd land. Alles is nieuw voor me.

Elk jaar keren er meer dan 600 mensen terug na een gevangenisstraf in het buitenland. Meestal na meerdere jaren. Daar zijn mensen bij die al voor hun straf een lange tijd in het buitenland woonden. Soms verhuisden zij met hun ouders naar het buitenland toen ze nog klein waren. Ze hebben de Nederlandse nationaliteit, maar kennen het hier niet en spreken soms geen Nederlands. Na hun gevangenisstraf worden ze uitgezet naar Nederland. Vaak krijgen ze een verbod om terug te keren

 

In Frankrijk zitten ongeveer 80 Nederlanders in de gevangenis. Er zijn 18 vrijwilligers die voor Bureau Buitenland gevangenen bezoeken. Wil je meer weten over ons vrijwilligerswerk kijk dan op de pagina Vrijwilligerswerk.